De hoed van deze paddenstoel is soms golvend en gewelfd. Een vlakke en gladde hoed is ook zeker mogelijk. De hoed heeft een diameter van ongeveer 3 tot 8 centimeter en is lila tot lilabruin van kleur. De kleur van de lamellen is ongeveer hetzelfde als de hoed. De steel heeft een dikte van 4 tot 6 centimeter en is 5 tot 8 millimeter dik. De steel is ook lila tot lilabruin van kleur. De voet is de steel vaak wat verdikt. Het vlees is wat grijzig met een lila tint. De Vaalpaarse schijnridderzwam heeft een aangename geur. Deze paddenstoel leeft voornamelijk van de afbraak van dood plantaardig materiaal en is dus een saprofiet.
De latijnse namen hebben vaak een overeenkomst met hoe de paddenstoel er uit zien. Lepista zou in het latijns een link hebben met de woorden wijnkelk en drinkbeker. Bij oudere exemplaren krult de hoed wat op en lijkt dan een beetje op een ondiep kommetje. De Paarse schijnridderzwam lijkt erg op de Vaalpaarse schijnridderzwam. Hierdoor worden deze soorten vaak per abuis met elkaar verwisseld. Om deze paddenstoel te kunnen eten moet hij eerst gekookt worden. De meningen over de smaak zijn flink verdeeld. Door het koken worden de stoffen in de paddenstoel, die rode bloedcellen kapot maken geneutraliseerd. Medicinaal worden de stoffen in deze paddenstoel gebruikt vanwege de remmende werking van tumorgroei.
De Vaalpaarse schijnridderzwam komt vaak voor in groepen op humus in bossen en parken. Plantsoenen en graslanden worden zeker niet geschuwd. Zolang de bodem maar voedselrijk is. Zo nu en dan tref je deze paddenstoel ook aan op oude mest of compost. De soort is vrij algemeen en komt voor van zomer tot herfst. Zolang het niet vriest kun je deze soort met regelmaat tegenkomen. De paddenstoel leeft vaak in groepjes of in heksenkringen te vinden.