De broze berkenrussula is een schimmel die behoort tot de familie Russulaceae. Deze familie komt voor in bossen in Europa, Azië en Noord-Amerika. Het vruchtlichaam is een kleine en fragiele paddenstoel met een lange steel. De broze berkenrussula kan een verscheidenheid aan kleuren hebben.
De hoed van de broze berkenrussula is gewelfd tot vlak en is licht ingedeukt in het midden. De afmeting bij een volgroeid exemplaar bedraagt 2 tot 5 centimeter en kan diverse kleuren hebben. De kleuren variëren van donkerpaars tot purperrood. Maar ook roze, olijfgroen, geel of een combinatie hiervan. De kleur loopt donkerder naar het midden toe. Bij oudere exemplaren vervaagt de kleur meestal. De rand van de hoed is zeer dun en is bij oudere exemplaren vaak geribbeld door de smalle aanhechtingen van de lamellen. De fragiele witte steel is 3 tot 6 centimeter hoog en heeft een doorsnede van 5 tot 15 millimeter. Het fruitig geurende vlees van de broze berkenrussula is wit en is heeft een hele pittige smaak. Dit is ook de reden waardoor deze paddenstoel niet geschikt is voor consumptie. De lamellen zijn wit tot lichtcrème en meestal licht gekarteld. Het sporenafdruk is wittig gekleurd.
Verbleekte broze russulas lijken sterk op de zwammen van Russula betularum en groeien ook onder berken. Ook de sierlijke russula (R. gracillima) lijkt op de broze russula en heeft een vergelijkbare habitat. Beide gelijkende soorten hebben echter geen inkepingen op de lamellen.
De broze russula groeit in lanen en bossen. Het is een ectomycorrhizavormendeschimmel, wat wil zeggen dat het een mutualistische symbiose aangaat met de buitenkant van boomwortels. Hij groeit onder een groot aantal soorten bomen, waaronder berken en eiken, maar ook onder naaldbomen. In Nederland is het een zeer algemene soort. In de late zomer en de herfst verschijnen de paddenstoelen, meestal in kleine groepen.